Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], De [18]vorst nu zal [zijn deel] hebben van deze en van gene zijde des heiligen hefoffers en der bezitting der stad, [19]voor aan het heilig hefoffer, en voor aan de bezitting der stad; van den [20]westerhoek westwaarts, en van den oosterhoek oostwaarts; en de lengte zal zijn tegenover een der delen, van de westergrens tot de oostergrens toe. 18. Door dezen vorst, van wien in vs.-1, en hfdst.46: veel wordt gesproken, verstaan sommigen [gelijk boven hfdst.44 vs.3], den hogepriester, of onzen Heere Christus den Messias zelf, die niet alleen in zijn huis woont en dat met zijne heerlijkheid vervult, maar ook rondom hetzelve zich [om zo te spreken] legert, om dat als koning te beschermen, en die als onze hogepriester en borg al onze schuld op zich genomen hebbende, voor dezelve [alsof het zijn eigen ware] betaald, en zichzelven voor ons [alsof het was voor zichzelven, omdat Hij in onze plaats stond] vrijwillig opgeofferd heeft; idem die niet alleen een koning of vorst is, maar ook een broeder en medegenoot der gelovigen, die Hij zijne medeerfgenamen maakt, zijnde steeds in het midden van hen en met hen, tot aan de voleinding der wereld, biddende voor hen als hun Middelaar, hebbende alleen de macht en het recht zijns weegs in en uit te gaan, zijn leven te laten en weder te nemen, de poort van het heiligdom te openen en te sluiten, enz. Anderen verstaan hier een aardsen Christelijken vorst of regent, en daardoor wijders alle Christelijke regenten en overheden, die God zijne kerk in het Nieuwe Testament, naar verscheidene profetieen van het Oude Testament, zou verlenen, welker eerste en voornaamste zorg meot wezen voor den welstand van Gods kerk, die zij met hunne beschutting als omringen moeten, in de oefening van den waren godsdienst en de achting van den kerkedienst het volk met hun voorbeeld voorgaan, ook zich in dezen houden en gedragen als broeders, medegenoten en medeleden der kerk; voorts recht en gerechtigheid aanstellen en handhaven, alle onrecht, overlast, tirannie en geweld afschaffen en den onderdanen een gerust en stil leven verzorgen, totdat de volmaakte gerechtigheid, heiligheid en vrede in het andere leven daarop volgen. 19. Hebreeuws, voor, of tegen het aangezicht, zo in het volgende. 20. Hebreeuws, hoek der zee, naar de zee toe, alzo in het volgende, zee voor het westen.